Afgelopen zondag werd in de katholieke Bartholomeuskerk van Zevenbergschen Hoek de laatste weekeindviering gehouden. In een volle kerk werd terug gekeken op het 75-jarige bestaan van de huidige kerk en er werd vooruitgekeken: hoe nu verder?

Door Kitty Lokate

Het was een viering waarin de kerk nog niet helemaal op slot ging. De kerk blijft, totdat er een koper voor het gebouw is, beschikbaar voor uitvaarten, dopen, kerkelijke huwelijksvieringen en andere activiteiten zoals repetities en concerten. Het bezoekersaantal van de wekelijkse weekeindviering liep de laatste jaren fors terug en ook het pastoresteam stond onder druk om de diensten te kunnen bemensen. Hierdoor was het niet langer haalbaar om de diensten verder door te laten gaan.

Pastor Prasing maakte een terugblik in zijn overweging: “Vandaag kijken we dankbaar terug op vijfenzeventig jaar kerkelijk leven in deze kerk, Huis van God én huis van mensen in ons midden. Daarvoor gebeurde dat vanaf 1804 in de kerk aan de Bloemendaalse dijk en vanaf 1886 tot aan de vernietiging aan het einde van de oorlog in 1944, in de Koepelkerk op deze plek. Aan 220 jaar een eigen kerk in Zevenbergschen Hoek komt vandaag een einde.” Op 9 mei 1949 werd de huidige Bartholomeuskerk ingewijd en dat maakte 2024 tot het 75ste jubileumjaar. Het was een jaar met een rouwrandje omdat de kerksluiting onvermijdelijk bleek. Al die jaren stond de kerk centraal, met het geloof als middelpunt.

Pastor Prasing zag het kerkelijk leven langzaam maar zeker afbrokkelen. Het Rijke Roomse leven, waarin iedereen als vanzelfsprekend van geboorte tot dood kerkelijk werd verzorgd in onderwijs, sport, vrije tijdsbesteding en levensoriëntatie begon barsten te vertonen. In zijn eigen familie merkte hij op dat zijn oma, in 1980 overleden, zich erg druk kon maken over het gegeven dat een achterkleinkind dat niet gedoopt werd. “Het ontkerkelijkingsproces zette zich gestaag door. Niet alleen hier, maar in het hele bisdom, onze kerkprovincie en heel West-Europa. De kloof tussen kerkelijke leer en leven enerzijds en het leven van alledag van ons mensen anderzijds wordt steeds groter en steeds minder overbrugbaar. Er zijn boeken vol geschreven over hoe dat komt en aan wie het ligt en hoe het beter en anders kan. Er is nog een lange weg te gaan naar een hartelijke, inclusieve, veelkleurige en op mensen betrokken kerk, die vooral luistert en niet voorschrijft.”

Jan den Reijer wist als bestuurslid van de PKC (Pastorale Kern Commissie) de gevoelens van de aanwezigen in zijn slotwoord goed te beschrijven: “het was een tijdperk waarin velen van ons hier gedoopt zijn, hun communie hebben gedaan en gevormd zijn. Kerkelijke huwelijken zijn voltrokken en jubilea gevierd. Er werd afscheid genomen van onze dierbaren.” Jan benoemde dat de gemeenschap al die jaren ook door vele vrijwilligers gedragen is: de mensen van het onderhoud en schoonmaken van het gebouw, de dames van de bloemversiering, de koren en de werkgroepen ter ondersteuning van het pastorale team.

In de viering werden door pastor Prasing drie onderscheidingen uitgereikt. De organisten Gerrit van der Schouw en John van Opdorp kregen een gouden draagspeld van de Nederlandse Sint-Gregorius Vereniging met een aanhangsel met vermelding van aantal jaren (60 resp. 55 jaar). PKC bestuurslid Douwe van den Berg ontving de prachtige pauselijke onderscheiding Bene Merenti. Letterlijk: ” voor een verdienstelijk persoon” voor zijn oneindige inzet voor het bisdom en de geloofsgemeenschap in Lage Zwaluwe en in Zevenbergschen Hoek.

Hoe nu verder? Pastor Prasing: “Ieder van de aanwezigen zal daarin zijn eigen weg moeten vinden. Er zullen mensen zijn die zeggen dat het zo welletjes is. Er zijn er die nu al voor de tweede keer een kerksluiting meemaken. Er zullen hopelijk ook mensen zijn die wel graag de liturgie op zon- en feestdagen mee willen vieren. In de andere kerken van de Immanuel parochies is iedereen als kerkganger en vrijwilliger van harte welkom. In Zevenbergen en Fijnaart en ook in Oud Gastel en in de Basiliek. Het zal zeker niet vanzelf gaan om weer een kerkelijk thuis te vinden, maar probeer het, probeer de sfeer te proeven en probeer er langzaam maar zeker thuis te raken. Het zal niet één twee drie gaan, maar ik hoop dat u het wilt proberen.”