Op 4 augustus vierden Wim en Leida van der Zanden – Biemans hun briljanten huwelijk. Dit deden ze samen met familie en bekenden met een gezellige lunch. Het paar, dat twee kinderen, vier kleinkinderen en 2 achterkleinkinderen heeft, prijst zich gelukkig dat ze samen weer een nieuwe mijlpaal bereikt hebben.
Door Kitty Lokate
Vijf jaar geleden stond het echtpaar al met een uitgebreid interview in dit weekblad. Ze vertelden de correspondent over hun leven, dat voor Wim begon in 1933 in Ginniken-Bavel. Leida is in 1936 geboren in Geertruidenberg. Ze hebben elkaar ontmoet op een schippersfeest. Zij beiden waren kinderen uit een schippersfamilie en brachten hun schooltijd voor een groot deel door in een internaat. Op 4 augustus 1959 zijn ze getrouwd en hebben jarenlang met een eigen schip gevaren. Ze geven aan dat hiermee een bijzondere band tussen hen gesmeed is, ze wisten wat ze aan elkaar hadden en konden de taken goed verdelen. In 1997 stopten ze met varen en betrokken ze een woning aan de Lindestraat in Made. Sinds zes jaar wonen ze op de begane grond van een mooie flat aan de Kempsstraat.
De schippersachtergrond heeft nog steeds invloed op hun leven. Ze gaan elke zondag naar het schipperscentrum in Raamsdonksveer voor de kerkdienst. Daar ontmoeten ze hun bekenden uit de schipperswereld en na dienst is er tijd voor een kopje koffie en een borreltje.
Wim en Leida hebben tegenwoordig nog een mooi aantal bezigheden. Leida gaat, als het weer het toelaat, een keer per week wandelen met een wandelclub. Daarnaast is ze fanatiek met brigden via de Ipad met haar vaste maatje. Wim gaat een keer per week kaarten in de Wijngaerd en regelmatig loopt hij naar de bibliotheek voor een praatje, koffie en de krant. Hij leent boeken, met name de boeken van Baantjer zijn populair bij Wim. Samen gaan Leida en Wim een keer in de maand gezellig lunchen bij SWO. Deze lunch vindt de laatste tijd plaats in de kantine van voetbalclub de Madese Boys.
Win en Leida zijn erg blij dat hun kinderen, klein- en achterkleinkinderen dicht in de buurt wonen. Ze worden dan ook regelmatig door hen bezocht en daarmee behouden ze de goede band met elkaar. Ze zijn trots dat ze nog zo zelfstandig kunnen leven en hopen op nog vele mooie jaren met elkaar.