Ilse Vandenbussche uit Terheijden houdt van de natuur, maar ze heeft er nog geen verstand van. Onder het motto ‘houd het klein en simpel’ verdiept ze zich in alles wat groeit, kruipt en vliegt in en rond haar huis. Zo af en toe deelt zij haar belevenissen met de lezers van ’t Carillon.
Met de sneeuw die de wereld wit kleurde, kwam er een nieuwe bezoeker in onze tuin. Op hoge poten en lange tenen, met een zwartbruin verenkleed en prachtige witte lijntjes over de flanken. Ondanks de rode snavel met knalgele punt was het een stijlvolle vogel. We konden hem niet meteen thuisbrengen, een meerkoet? We pakten er De Gewiekste Vogelgids bij. Nee, geen meerkoet, we bladerden verder door de watervogels en daar was hij: de waterhoen!
Die liep ondertussen rond alsof hij hier al jaren kwam en leek totaal niet onder de indruk van de kauwen of de eksters. Ze accepteerden de nieuwkomer, zoals die ook de merels en mussen in hun waarde liet. Alleen voor ons was hij bang. Eind van de middag streken ze met koolmezen, roodborst, vinkjes, houtduif, tortelduiven en het eenzame puttertje neer, alsof ze hadden afgesproken: om half vier een tuinfeestje. De waterhoen met zijn wipstaart liep overal tussendoor en gunde ons een blik op zijn witte kont. Op de site van de Vogelbescherming las ik dat in het voorjaar de kleintjes die witte veren volgen.
We vroegen ons wat dingen af. Moesten we ander eten voor hem neerleggen? En was het veilig met de katten uit de buurt? In de Vogelatlas stond dat waterhoentjes alles eten wat plantaardig is. Het boek Vogels in en rond het huis vertelde dat ze bij strenge vorst vaak woningen opzoeken. Ze komen dan op de voederplaats en zelfs in de kippenren.
Nou, dan had deze waterhoen de beste plek uitgezocht. Twee maal daags zonnepitten, havervlokken en rozijnen bij ons en een kippenren met voer bij de achterburen waar hij zo in en uit kon vliegen. Dat kan hij trouwens als de beste, dus die katten zijn ook geen probleem. Op de website van de Vogelbescherming stond dat je kon bijvoeren met boerenkool en andijvie. Dus dat deden we.
Veel waterhoenen schijnen een strenge winter niet te halen, en al zijn die winters niet zo streng meer, we zien in het voorjaar toch graag jongen die mooie witte kont volgen.